Arie van der Ent – (ver)taalkul

Op Facebook kwamen wij onder de titel (ver)taalkul een prikkelende vertaalvraag van Arie van der Ent tegen. Met zijn toestemming reproduceren we het stukje hier. Mocht u meer (ver)taalkul van Arie van der Ent willen lezen dan kunt u contact met hem leggen op Facebook of u kunt zoeken naar ’taalkul’ op Facebook.com.
(VER-)TAALKUL 25 – DUIFJE
Hebt u over of tegenover uw geliefde, minnares of maintenee ooit het koosnaampje ‘duifje’ uit de kast gehaald, uit de mottenballen? Nee, ik ook niet! En u, mevrouw/mejuffrouw, hebt u jonge of lieve vogeldier misbruikt als kwalificatie voor uw geliefde, minnaar of flappentapper? Nee toch? Eens, toen alle Russische romans te onzent nog uit het Duits werden vertaald, was dat wel anders. Maar, luidt nu de vraag, is dat ook per se fout?
We raken hier aan de vraag: hoeveel ‘Rusland’ duld je in een Nederlandse vertaling. Of, meer algemeen: hoeveel buitenlands in een binnenlands boek. Het draait om een keuze: moeten wij vertalen wat een Rus zegt of moeten wij, als vertalers, neerschrijven wat een blozende Hollandse schuinsmarcheerder in zo’n geval tegen zijn ondergeschikte zou hebben gezegd? Trouwens, het antwoord geldt niet alleen voor ‘duifje’, maar ook voor ‘hartje’, ‘zonnetje’ en zelfs ‘zoontje’. In zo’n geval zouden wij Nederlanders eerder ‘schatje’, ‘liefje’, ‘honnepon’ en ‘(lieve) jongen’ hebben gezegd. Hoewel, wie zegt er nu nog ‘honnepon’? Hééft iemand dat eigenlijk ooit wel eens in levenden lijve gezegd? En heeft hij dat overleefd?
De vraag blijft dus: blijft onze hoofdpersoon, bijvoorbeeld uit Misdaad en straf, in onze vertaling in Sint-Petersburg wonen of halen we hem naar Rotterdam? Oké, we laten Raskolnikov niet over de Hooigracht, maar over het Hooiplein lopen, maar verder? Hij blijft orthodox, we maken geen gereformeerde van hem, Marmeladov blijft wodka drinken, of erger, en schakelt niet op jajem over… Waarom zou ‘duifje’, als specifieke eigenaardigheid van de Russische taalgebruiker in daartoe geëigende situaties, dan opeens wel vervangen moeten worden door ‘schatje’?
In één geval lijkt het duidelijker, namelijk wanneer de Russischtalige spreker iemand ironisch of zelfs sarcastisch toespreekt met ‘duifje’. Dan moeten we toch echt in de richting van ‘lekker dier’ of ‘lieve jongen’ gaan zoeken, of iets van dien aard, om nog iets van het Russisch in het Nederlands overeind te houden.
De volgende keer: mag je uitdrukkingen als ‘Joost mag het weten’ of ‘hij zat er voor Piet Snot bij’ of als ‘Jan met de korte achternaam’. (Wat een afschuwelijk voorbeeld van het begrip eufemisme is dat!) of ‘Klaar is Kees’ of zelfs ‘zijn naam was haas’ in een Nederlandse vertaling gebruiken, uit welke vreemde taal dan ook?